Gastschrijvers is een rubriek in De Stentor en ieder die dat wil mag een stukje van maximaal 300 woorden aanleveren.
Dit stuk gaat over mijn belevenis als vijfjarige. Ik hield van snoepjes, meer dan ik kreeg. Ik werd een kleine dief, maar snoepers komen te pas.
publicatie: 26-3-2022
Margreet K. Peta
Snoepers komen te pas
Ik moet zo’n vijf jaar zijn geweest toen ik grote belangstelling had voor snoepgoed. Ik kon er geen genoeg van krijgen. De hoeveelheid die wij als kinderen dagelijks kregen was waarschijnlijk weloverwogen. Maar het was te weinig om mijn hang naar zoetigheid te stillen. Ik wilde meer, en ik wist waar de snoepjes stonden. Waar ik geen rekening mee had gehouden was dat mijn moeder ontdekte dat het snoep sneller op was. En zo werd ik gesnapt. In plaats van straf of nooit snoepjes meer kwamen mijn ouders op een bijzonder idee. En wat was ik verrukt toen ze mij vertelden dat ik bij de volgende warme maaltijd snoep kreeg. Ik zat die avond met een grote grijns aan tafel. Mijn zusjes en broer keken teleurgesteld naar de grote pot met peertjes- en frambozensnoepjes, zij kregen daarvan niets. Het waren harde snoepjes waar je zomaar een paar minuten op kon sabbelen. De soepborden van de anderen werden gevuld met geurige soep. Op mijn bord kreeg ik drie snoepjes, het smullen kon beginnen. Ik had er al één op toen de rest bijna klaar was met de soep. Ik stopte de tweede in mijn mond en genoot van de zoetigheid terwijl ik keek naar de pannen met groente, aardappelen, vlees en jus die op tafel kwamen.
Iedereen kreeg een bord vol met deze gezonde lekkernijen, maar de lekkernijen die ik kreeg waren veel beter: 5 snoepjes erbij! Maar toen ook het toetje op tafel kwam en ik als verrassing weer vijf snoepjes kreeg zat ik te huilen. Snoepen was helemaal niet leuk meer. Ik wilde gewoon een bord met eten. Die kreeg ik die avond niet meer. De snoeppot bleef de jaren daarna langer gevuld. Ik gruwel na dik zestig jaar nog van die oud-Hollandse snoepjes.