Voor de rubriek Gastschrijvers in De Stentor zond ik het onderstaande stuk in.
Op 2 juli werd het gepubliceerd.
Margreet K. Peta
Mijn vouchers voor de dierentuin kon ik online inwisselen voor toegangskaarten. Ik regelde de toegang QR-codes en bestelde meteen een uitrijkaart. We waren mooi op tijd voor ons tijdslot en zagen dat we zeker niet de eersten waren. We schuifelden door het park heen tot we na een uurtje of vier weer richting parkeerplaats gingen. Naast de uitgang sprak een jonge vrouw ons aan, haar telefoon in de hand. “Weet u misschien hoe ik het terrein af kan komen?” “Met een QR code,” was ons antwoord. Je zag aan haar dat ze die niet had en zich er niet in verdiept had. Haar leeftijd en de Tesla deden vermoeden dat ze toch wel op de hoogte kon zijn van de digitale werkelijkheid. “Hoe kom ik daar aan?” Klonk de tweede vraag. “U kunt het proberen bij de receptie, of, ik zie dat u een mobieltje heeft, online,” gaf ik als suggesties. “Ik denk dat ik het aan de verkeerde mensen gevraagd heb,” besloot ze. Dat vond ik persoonlijk een heel verkeerde opmerking. “U bedoelt, oudere mensen weten niets van de digitale wereld?” Ik zag haar kijken en ze knikte dat dat eigenlijk was wat ze bedoelde. “Zoek de dierentuin maar op, ga naar kaartverkoop, kies een parkeerticket,” dirigeerde ik haar door de materie. “Ik vermoed dat u ook wel een bank-app op de telefoon heeft? Dan kunt u meteen afrekenen. “Moet ik dan alles invullen? Al mijn gegevens?” Ze vond het nogal veel gevraagd. Er zat niets anders op. “Zelfs mijn mailadres??” Dat was natuurlijk wel zo handig begreep ze even later toen ze de parkeerticket op de telefoon kreeg en de QR code zichtbaar werd. Ik wenste haar een goede terugreis en vroeg beleefd of ze de volgende keer iets meer vertrouwen wilde hebben in de oudere medemens.