Bladzijde 374 uit het Margriet kookboek.
Tekenaar: Ies Spreekmeester.
De tekening: Op de tekening staat een forse kok en hij heeft een dienblad met allerlei snoeperijen voor zijn buik hangen. In een van de schalen snoep staat een mini-kok die allerlei lekkers uitstrooit.
Het idee: Ik heb nog een mooie kartonnen trommel staan. Als ik daar het deksel vanaf haal, dan maak ik daar een snoepwinkeltje van. Met een echt forse kok, anders wordt het mini-mannetje wel heel erg klein. Hij mag dus boven het dak uittorenen.
De uitvoering: De kok groot en klein worden zoals altijd gemaakt van klei. Van een stukje triplex maak ik een dienblad. Daarop moete ik schalen hebben, maar waar haal ik die vandaan in die afmetingen. Ik zet de knoppendoos van mijn moeder op de kop en vind daar een aantal grote knopen in. Prima als schaal te gebruiken. Van klei maak ik ook de lekkernijen. De kleine kok laat lekkers rondstrooien, dat strooien is lastig uit te beelden. Ik maak het lekkers dan maar aan draden. In de doos maak ik een uitsparing voor een raam. Een snoepwinkel kan niet zonder de uitstalling van lekkers. Er komt een deur en een luifel. Je ziet de dakrand, de rode dakpannen. De rest moet je er bij denken, want de kok steekt er bovenuit. Aan de buitenzijde is een mooie baan van snoepgoed op de gevel geplakt. Echt iets uit het sprookje van Hans en Grietje. Op de tafel in de winkel liggen allemaal puntzakken met snoeperijen klaar. De naam van de winkel? ‘De snoeptrommel’